woensdag 14 november 2012

Vic-sur-Aisne




Verslag van een bezoek aan Vic-sur-Aisne in Frankrijk door Jacques, Susanne, Hans, 
Johan en mezelf. 
Dat in Frankrijk een boel groeven liggen mag intussen bekend zijn. In verschillende gebieden in Frankrijk heb ik groeven bezocht en verhalen en foto's hiervan meegenomen en ik heb er zelfs lezingen over gegeven. Hierdoor was de interesse bij mijn bergmaten gewekt. Dat wilden ze ook wel eens een keer zien. 

Na een tijdje nagedacht te hebben (men wilde liever geen meerdere dagen van huis zijn) viel mijn keuze op Vic-Sur-Aisne in de omgeving van Soissons. Daar liggen een boel groeven die de moeite waard zijn. Uiteraard konden we bij een een-dags bezoek maar een paar groeven doen. Na wat graafwerk in mijn archief viel mijn keuze op vijf groeven die beslist bezocht moesten worden.

Donderdag 2 juni, Hemelvaart, was het zover. Om zes uur 's ochtends verzamelden Hans, Jacques en Susanne (in volgorde van binnenkomst) zich bij mij thuis en stapten we in de auto van Hans. Hij had de grootste auto. En togen we richting Val-Meer om daar Johan op te halen. 

Na een salut aan de mooiste groeve van de Eurregio, vertrokken we richting Frankrijk. Mede doordat tijdens de rit allerlei anekdotes uit ons bergloopverleden werden aangehaald verliep de reis voorspoedig. Eenmaal aangekomen in Vic-sur-Aisne reden we meteen tegen een probleem aan. Het laatste stuk weg richting de groeven was afgezet want er werd die dag een marathon gehouden. We moesten dus de auto achterlaten en te voet verder. De weg liep hier stijl omhoog en liep door een open veld waar de zon ongenadig op ons hoofd beukte. Het was behoorlijk zwaar om zo de wandeling te beginnen. Eenmaal boven op het plateau waren we bij de eerste groeve van de dag aangekomen. 



 

Deze was altijd bereikbaar via een holle weg waarna men op een soort binnenplaats met rondom tal van ingangen uitkomt. Helaas was deze holle weg en binnenplaats door het goede weer volledig overwoekerd en onbegaanbaar waardoor we ons via de zijkant van de holle weg, via een scherpe afdaling, een weg door het struikgewas moesten banen maar eenmaal beneden was iedereen onder de indruk van de ingangspartij (aan mooie ingangspartijen zowiezo geen gebrek in deze omgeving). Deze groeve is een middelgrote groeve. erg mooi waren de verzakkingen waarlangs het daglicht binnendrong. De groeven liggen hier vlak onder het oppervlakte waardoor er maar een meter, of minder, plafonddikte is maar de kalksteen in deze omgeving is vele malen harder dan die in onze omgeving. Na deze groeve uitgebreid bekeken te hebben was het tijd voor de tweede groeve. Deze lag een eindje verderop in het bos. 

 
 

 

Het bijzondere van deze groeve is dat zij in de eerste wereldoorlog is gebruikt door de Franse militairen. In dit gebied lag de tweede frontlinie. De groeven ingangen in dit bos liggen meestal aan smalle holle wegen. Dat zijn waarschijnlijk restanten van loopgraven. Ik moest even zoeken want het was alweer enkele jaren geleden dat ik deze groeve bezocht had, maar al snel vonden we de ingang. Ook dit is een middelgrote groeve en is qua landschap vergelijkbaar met de vorige groeve, niet zo gek want ze liggen maar zo'n 600 meter uit elkaar. Het bijzondere is dat deze groeve een kapel uit de eerste wereldoorlog heeft. Achterin de groeve bevinden zich nog wat beeldhouw werkjes van de Franse militairen. Ook hebben we een Duits beeldhouw werkje aangetroffen. Ik weet echter niet of dit origineel is of niet. 

 
 
 


De derde groeve en de mooiste was het moeilijkst te vinden. Mijn geheugen liet me een beetje in de steek. Na een behoorlijke tijd zoeken, net toen ik het wilde opgeven, vond ik de ingangspartij (we hadden overigens de GPS coördinaten, maar niemand had er aan gedacht om ook een GPS mee te nemen). Door het bos ronddwalen is best gevaarlijk want overal doemden onafgedekte schachten op, sommige zag je pas op het laatste moment. Meteen was ik alle ergernis vergeten want dit is werkelijk één van de mooiste ingangen die ik ken. Gelegen aan een het einde van een holle weg (loopgraaf?) doemen meerdere ingangen op. Deze ingangen zijn verbouwt door het Franse leger en hebben waarschijnlijk gediend als commandopost. Werkelijk een prachtig gezicht. Na ook deze, in vergelijking met de twee vorige, iets kleinere groeve te hebben bekeken liepen we vervolgens een behoorlijke tijd in het bos te zoeken naar de juiste uitgang. Het was een zeer uitgestrekt bos en aangezien je in een dun bevolkt gebied bent kom je ook werkelijk niemand tegen. Toen we bijna de ingang hadden bereikt kwamen we een jongen op fiets tegen. Deze bevestigde wat we eigenlijk al wisten, wie liepen in de goede richting! Verdwaald in een bos, hoe is het mogelijk!!!!!

 
  
 

Eenmaal uit het bos moesten we dezelfde weg, als op de heen weg afleggen eer we bij de auto waren. We liepen door open veld en de koperen ploert beukte ongenadig op ons hoofd. Het was afzien. Eenmaal bij de auto aangekomen namen we de tijd voor een ruime pauze op een bankje, en onder een boom op het dorpsplein. Uiteraard had elk van ons proviand voor ons allen meegenomen zodat de keuze erg ruim was. Behalve de boterhammen, zag ik krentenbollen, gehaktballen, peperworsten, chocola, mueslirepen, soep en nog enkele andere zaken voorbijkomen. 


  


Na te zijn uitgerust togen we naar de volgende groeve, die een kilometer of acht verderop lag. Op de weg ernaar toe passeerden we nog een paar groeven ingangen, maar die lieten we links liggen. 

Eenmaal aangekomen realiseerden we ons dat de vermoeidheid zwaarder toesloeg dan gedacht en kwamen we moeilijk op gang. We hadden tenslotte heel wat gelopen, waarvan een behoorlijke afstand door open veld. Of misschien kwam het door een soort verzadiging, we hadden tenslotte al drie groeven bezocht. 

  
  
  
 

Desalniettemin viel ook deze groeve bij iedereen in de smaak, want ook deze had een indrukwekkende ingang. Deze, voor dit gebied, bijzonder hoge groeve valt in de categorie "middelgroot" tot "groot" en bestaat uit twee gedeelten. Het voorste gedeelte is uitgediept, het achterste niet. Het voorste gedeelte is zo'n drie a vier meter uitgediept en men heeft rondom de pilaren een brede voet laten staan. Een indrukwekkend gezicht. Het achterste gedeelte was altijd via een ijzeren ladder te bereiken maar deze was spoorloos. Even verderop vond ik een oud ijzeren bed dat als ladder kon worden gebruikt maar aangezien mijn voorstel met weinig enthousiasme werd begroet liet ik dit idee maar varen. Gelukkig kende ik nog een ingang waardoor het hoger gelegen gedeelte bereikbaar was. Dat voorstel werd heel wat enthousiaster begroet. Dus dan maar "buitenom". De tweede ingang (het zijn er eigenlijk meerdere) ligt verscholen in het bos. En als je het niet weet, loop je er makkelijk langs. Na ook dit gedeelte uitgebreid beken te hebben werd het langzaamaan tijd voor de reis terug. Ik had nog een vijfde groeve op het programma staan maar aangezien de vermoeidheid nu de overhand begon te krijgen en de groeve héél erg groot was, en dus veel tijd zou kosten, liet ik dat plan maar varen. Dus...... die blijft liggen voor een volgende keer.

De reis naar huis verliep voorspoedig maar duurde erg lang want de TOMTOM stuurde ons via een grote omweg naar huis. Na Johan in Val-Meer te hebben afgezet was ik rond 23.00 uur weer thuis.

Het was een vermoeiende maar memorabele dag waar we het nog lang over zullen hebben. 

Hans, Jacques, Susanne en Johan: bedankt.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten